Zonde belijden

07-12-2021

Zonde is een constant terugkerend onderwerp in de Bijbel. Het woord 'zonde' komt in de Statenvertaling alleen al 251 keer terug, 'ongerechtigheid' 279 keer en 'zonden' wel 335 keer. Maar zelfs als het woord 'zonde' niet letterlijk genoemd wordt, spreekt de Bijbel op talloze andere momenten over zonde en schuld. Het woord 'zonde' betekent in het Grieks letterlijk 'het doel missen'. Als zondaar ben je dus een doelmisser. Maar wat is het doel dat wij missen?

Vraag en antwoord 1 van de grote Westminster Catechismus legt kort en duidelijk uit wat het doel van de mens is: 

"Vraag: Wat is het voornaamste en hoogste doel van het leven van de mens?
Antwoord: Het voornaamste en hoogste doel van het leven van de mens is de verheerlijking van God en het zich in Hem ten volle en eeuwig verheugen."

Keer op keer als wij zondigen, missen we het doel waarvoor God ons geschapen heeft op deze wereld. Steeds als wij zondigen, keren wij God de rug toe. Dan zeggen we eigenlijk: Ik heb U niet nodig. Ik wil niet voor U leven. Ik doe liever waar ik zelf zin in heb. Maar als we zondigen, mogen we het daar niet bij laten. God vraagt namelijk van ons dat we de zonde de rug toekeren en naar Hem terugkeren. Als wij onze zonde belijden, wil God ons ook de zonden vergeven.

"Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid." (1 Joh 1:9)

"Mijn lieve kinderen, ik schrijf u deze dingen, opdat u niet zondigt. En als iemand gezondigd heeft: wij hebben een Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de Rechtvaardige. En Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden van de hele wereld."  (1 Joh 2:1-2)

Zonde belijden

Maar wat is je zonde belijden precies? Oprecht je zonde belijden bestaat uit twee dingen. Het woord 'belijden' in het Grieks betekent zoveel als 'hetzelfde zeggen' of 'het eens zijn'. Met andere woorden, je wordt het allereerst eens met God. Je gaat Hem gelijk geven. Maar oprecht belijden heeft ook bekering als gevolg. Je keert je af van je zonde en hebt een oprecht verlangen om niet opnieuw te zondigen. Dat zien we David ook doen in Psalm 51. Psalm 51 is één van de boetepsalmen. Dat zijn psalmen waarin de dichter zijn zonden belijdt voor God en om vergeving vraagt. In de eerste twee verzen van Psalm 51 wordt de context beschreven: David heeft deze psalm geschreven nadat de profeet Nathan bij hem gekomen is en hem bestraft heeft vanwege het overspel met Bathseba en de moord op Uria. In de verzen 3 t/m 7 lezen we dan het volgende:

"Wees mij genadig, o God, overeenkomstig Uw goedertierenheid, delg mijn overtreding uit overeenkomstig Uw grote barmhartigheid. Was mij schoon van mijn ongerechtigheid, reinig mij van mijn zonde. Want ík ken mijn overtredingen, mijn zonde staat mij voortdurend voor ogen. Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd, ik heb gedaan wat kwaad is in Uw ogen, zodat U rechtvaardig bent wanneer U rechtspreekt en rein bent wanneer U oordeelt. Zie, ik ben in ongerechtigheid geboren, in zonde heeft mijn moeder mij ontvangen." (Ps 51:3-7)


"Zonde belijden betekent God gelijk geven & heeft bekering tot gevolg."

Vijf dingen die David erkent wat zonde betreft

Als je oprecht je zonde wilt belijden, zul je allereerst een aantal dingen moeten erkennen over zonde. In deze verzen zien we David dat ook doen. Als eerste, ware belijdenis is de erkenning dat zonde het oordeel verdient (zie ook Ps. 103:10, 130:3, Ef. 2:4-5). Het feit dat hij om genade smeekt, is een teken dat David erkent dat hij het niet verdient om vrijgesproken te worden, anders zou hij wel om gerechtigheid gevraagd hebben. God heeft namelijk het recht om ons te oordelen en te veroordelen.

Als tweede, de erkenning dat genade het enige is wat overblijft en dat daar beroept David zich dan ook op. Maar daar blijft het niet bij, want als derde eist een juiste visie op de zonde ook reiniging. God is "te rein van ogen om het kwade aan te zien" volgens Habakuk 1:13a. Aan het kruis waste Christus ons helemaal schoon in Zijn bloed. Hij heeft ons helemaal gereinigd. We hoeven niet opnieuw gered te worden, maar dag aan dag blijft Hij, door Zijn genade, onze voeten wassen van het stof, als je dus je zonde belijdt, terwijl wij in deze wereld wandelen (Joh. 13:1-11).

Het vierde kenmerk van ware belijdenis van zonde, is het aanvaarden van de volle verantwoordelijkheid voor de zonde die je tegen God gedaan hebt. David geeft niemand de schuld, behalve zichzelf. Net zoals de verloren zoon in Lukas 15: "Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegenover u." Niet zoals Adam die zowel God als Eva de schuld gaf: "De vrouw die U gaf om bij mij te zijn, die heeft mij van die boom gegeven en ik heb ervan gegeten." Niet zoals sommige mensen die de duivel er de schuld van geven. Nee, David aanvaardt de volle verantwoordelijkheid. Kijk naar de misdadiger aan het kruis: "En wij toch rechtvaardig, want wij ontvangen straf overeenkomstig wat wij gedaan hebben, maar Deze heeft niets onbehoorlijks gedaan." 

Het vijfde kenmerk is de erkenning dat de zonde voortkomt uit onze natuur. Vanaf ons eerste begin zijn we met zonde besmet. In psalm 58:4 staat: "De goddelozen zijn van God vervreemd vanaf de baarmoeder; de leugenaars dwalen vanaf de moederschoot." En in Job 14:4 staat: "Wie zal een reine geven uit een onreine? Niet één." Het is niet zo leuk om dat over jezelf te horen en misschien denk je dat het bij jou wel meevalt. Dat dachten de Joden ook (Romeinen 2), maar van nature is dat wel de realiteit. Paulus is dan ook heel duidelijk in Romeinen 3: Er is niemand rechtvaardig, ook niet één, er is niemand die God zoekt, er is niemand die goeddoet, er is er zelfs niet één. Zelfs als kind van God heb je in dit leven nog overblijvende zonde (Rom. 7:14-26). Tegelijk is dat geen excuus om te zondigen (Rom. 6:1-4). Zoals we in het tweede deel van Psalm 51 zullen zien, besefte David dat. Ook uit de onderstaande teksten blijkt dat wij nog steeds zondigen als volgeling van Hem en dat er geen mens zonder zonde is.

"Als wij zeggen dat wij geen zonde hebben, misleiden wij onszelf en is de waarheid niet in ons. (...) Als wij zeggen dat wij niet gezondigd hebben, maken wij Hem tot leugenaar en is Zijn woord niet in ons." (1 Joh 1:8,10)

"Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God." (Rom 3:23)

Hoe meer we gaan zien van Gods heilige, reine, rechtvaardige en genadige karakter; hoe meer we gaan zien hoe vuil we zelf zijn. En hoe meer we gaan zien van ons eigen zondige karakter; hoe meer we gaan zien hoe genadig en goed God is.

Vier dingen die David erkent wat God betreft

Niet alleen een juiste kijk op zonde is belangrijk, maar een juist beeld van God is dat ook. Nadat je de zonde in je leven hebt herkend en erkend, is het belangrijk om daar niet te blijven steken, maar om naar God toe te gaan en Hem te erkennen. Daarover lees je ook in de volgende stukje van psalm 51:

"Zie, U vindt vreugde in waarheid in het binnenste, in het verborgene maakt U mij wijsheid bekend. Ontzondig mij met hysop, dan zal ik rein zijn, was mij, dan zal ik witter zijn dan sneeuw. Doe mij vreugde en blijdschap horen; laat de beenderen zich verheugen die U verbrijzeld hebt. Verberg Uw aangezicht voor mijn zonden; delg al mijn ongerechtigheden uit. Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een standvastige geest. Verwerp mij niet van voor Uw aangezicht en neem Uw Heilige Geest niet van mij weg. Geef mij de vreugde over Uw heil terug, ondersteun mij met een geest van vrijmoedigheid." (Ps 51:8-14)

Het eerste kenmerk van een juist beeld van God is de erkenning van Gods heiligheid. God is heilig en eist van ons volmaakte heiligheid. De mens ziet aan wat voor ogen is, maar de HEERE ziet het hart aan (1 Sam. 16:7b). Het draait God om ons hart, om ons binnenste. Dat betekent niet dat onze daden en (goede) gewoontes er niet toe doen (Jak. 2:14-26), maar als ons hart er niet in meekomt dan is het voor God "een gruwel" (Jes. 1:11-15).

Het tweede is de erkenning van Gods macht. David spreekt hier met overtuiging. God doet geen half werk en voor Hem is niets onmogelijk. David weet dat als God hem reinigt, dat hij volledig rein zal zijn (Jes. 1:18). Het derde kenmerk is de erkenning van Gods bestraffing. Ik kan het niet beter zeggen dan met Hebreeën. 12:6-7,10:

"Want de Heere bestraft wie Hij liefheeft, en Hij geselt iedere zoon die Hij aanneemt. Als u bestraffing verdraagt, behandelt God u als kinderen. Want welk kind is er dat niet door zijn vader bestraft wordt? (...) Want zij hebben ons wel voor een korte tijd naar het hun goeddacht bestraft, maar Hij doet dat tot ons nut, opdat wij deel krijgen aan Zijn heiligheid." (Hebr 12:6-7, 10)

Het vierde kenmerk is het erkennen van Gods vergeving. David geloofde dat God een vergevend God was, anders had hij er niet om gevraagd.

"Zo ver het oosten is van het westen, zo ver heeft Hij onze overtredingen van ons gedaan." (Psalm 103:12)

"Ik, Ik ben het Die uw overtredingen uitdelgt omwille van Mijzelf, en aan uw zonden denk Ik niet." (Jesaja 43:25)

"Wie is een God als U, Die ongerechtigheid vergeeft, Die voorbijgaat aan de overtreding van het overblijfsel van Zijn eigendom? Hij zal niet voor eeuwig vasthouden aan Zijn toorn, want Hij vindt vreugde in goedertierenheid. Hij zal Zich weer over ons ontfermen, Hij zal onze ongerechtigheden vertrappen, ja, U zult al hun zonden werpen in de diepten van de zee." (Micha 7:18-19)

"In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de overtredingen, overeenkomstig de rijkdom van Zijn genade." (Efeze. 1:7)

Blijf niet hangen met je blik op jezelf en je zonde, maar focus je blik weer op God. Want dat is waartoe wij worden geroepen. Er is genade. 

Drie redenen om heilig te leven, volgens David

We hebben gezien dat het hoogste doel van de mens is om God te verheerlijken en ons in Hem te verheugen. Dat doen we door naar Zijn wil te leven. Door heilig te leven. In de laatste verzen van psalm 51 laat David met drie redenen het belang zien van heilig leven:

"Dan zal ik overtreders Uw wegen leren en zondaars zullen zich tot U bekeren. Red mij van bloedschulden, o God, God van mijn heil, dan zal mijn tong vrolijk zingen van Uw gerechtigheid. Heere, open mijn lippen; dan zal mijn mond Uw lof verkondigen. Want U vindt geen vreugde in offers, anders zou ik ze brengen; in brandoffers schept U geen behagen. De offers voor God zijn een gebroken geest; een verbrijzeld en verslagen hart zult U, o God, niet verachten. Doe goed aan Sion, naar Uw welbehagen; bouw de muren van Jeruzalem op. Dan zult U vreugde vinden in offers van gerechtigheid, in een brandoffer en een offer dat geheel verteerd wordt; dan zal men jonge stieren offeren op Uw altaar." (Ps 51:15-21)

De eerste reden is dat we heilig moeten zijn omwille van zondaren. Op het moment dat we zo overweldigd worden door schuldgevoelens en verdriet over onze zonde, houden we al snel uit schaamte onze mond. Waar schuld is, daar is niet de mogelijkheid om echt van Gods gerechtigheid en genadige vergeving te getuigen. Maar zodra we iets hebben mogen ervaren van vergeving, dan kunnen we net zoals David vrolijk zingen en Gods lof verkondigen. Dan kunnen we op die manier getuigen van God en wil Hij onze getuigenis gebruiken om zondaren te bekeren.

De tweede reden is heilig zijn omwille van God. Zoals ik al eerder gezegd heb, vraagt God van ons geen uiterlijke godsdienst. Hij verlangt van ons een oprecht hart dat Hem dient. Een gebroken geest en een verslagen hart dat berouw heeft over de zonde. Die zal Hij niet verachten. Juist voor hen staan er talloze beloften in de Bijbel als troost.

"Maar zoals Hij die u geroepen heeft, heilig is, word zo ook zelf heilig in heel uw levenswandel, want er staat geschreven: Wees heilig, want Ik ben heilig." (1 Petrus 1:15-16)

"Maar Ik zal zien op deze, op de ellendige en verslagene van geest, en wie voor Mijn woord beeft." (Jesaja 66:2b)

"Zalig zijn de armen van geest, want van hen is het Koninkrijk der hemelen." (Mattheüs 5:3)

"De HEERE is nabij de gebrokenen van hart, Hij verlost de verbrijzelden van geest." (Psalm 34:19)

De derde reden is heilig leven omwille van Gods kinderen. Als je heilig leeft, dan leef je niet alleen voor jezelf. David bidt hier voor anderen. In 1 Petrus 3:7 staat het volgende: "Evenzo, mannen, woon met begrip met haar samen; geef de vrouw, als de zwakkere, haar eer; u bent immers ook mede-erfgenamen met haar van de genade van het leven; opdat uw gebeden niet verhinderd worden." Zonde en onheilig leven kunnen er dus voor zorgen dat je gebeden verhinderd worden. Maar als we onze zonden oprecht belijden, wil en zal God ons het vergeven. En dan kunnen we ook oprecht bidden voor anderen.

"Had ik in mijn hart onrecht op het oog gehad, de Heere zou mij niet hebben gehoord. Voorwaar, God heeft naar mij geluisterd, Hij heeft acht geslagen op mijn luide gebed. Geloofd zij God, Die mijn gebed niet heeft afgewezen, en Zijn goedertierenheid mij niet heeft onthouden." - Ps. 66:18-20, HSV.

Heilig leven maakt ons niet heilig. Jezus maakt ons heilig. En daardoor mogen we heilig gaan leven.

Vergeving

Je bent niet de enige die steeds weer in zonde valt. Ook in de Bijbel kom je op verschillende plekken kinderen van God tegen die in zonde vallen; denk alleen al aan Noach, Salomo en Petrus. Tegelijk betekent dat niet dat we het moeten laten gebeuren. God is een genadig God. Hij blijft Dezelfde (Ps. 102:28, Mal. 3:6). Hij kan en wil en heeft ons vergeven door het werk van Christus als Middelaar. Dat doet Hij nog steeds. Het is nog niet te laat. Belijd dan je zonde en leef voor Hem.

"Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn, maar wie ze belijdt en nalaat, zal barmhartigheid verkrijgen." (Spreuken 28:13)

"Maar bij U is vergeving, opdat U gevreesd wordt." (Psalm 130:4)

"Mijn zonde maakte ik U bekend, mijn ongerechtigheid bedekte ik niet. Ik zei: Ik zal mijn overtredingen belijden voor de HEERE. En Ú vergaf mijn ongerechtigheid, mijn zonde." (Psalm 32:5)

"Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart, beproef mij en ken mijn gedachten. Zie of er bij mij een schadelijke weg is en leid mij op de eeuwige weg." (Psalm 139:23-24)

Bij God is er vergeving.

Verder op reis:

Ik wil je aanmoedigen om na het lezen van de blog deze week een moment te nemen om alle boetepsalmen (psalm 6, 32, 38, 51, 102, 130 en 143) rustig door te lezen en met elkaar te vergelijken.


Deze overdenking is geschreven door een schrijvster in 'proeftijd'. Lees hier meer over de andere gezichten achter 'In de Vallei'. Lees hier waar In de Vallei voor staat.

Heb je vragen of opmerkingen naar aanleiding van deze overdenking? Neem dan hier contact met ons op, of benader ons via social media.

Heb je deze al gelezen?