Gods wil of toch die van jou?
Zoals een aantal van jullie weten ben ik samen met mijn vriend in een jaar tijd de hele Bijbel aan het lezen. Intussen zijn we in Numeri en eergisteren las ik daar een verhaal dat ik al ontzettend vaak heb gehoord in het verhaal over Bileam uit de kinderbijbel vroeger maar nog nooit echt zelf had gelezen. Dit verhaal ging over Bileam en Balak en raakte me diep. De les die ik hieruit haalde wil ik graag met jullie delen.
Bileam was een profeet van God en woonde in het land van Balak, de koning van Moab. Balak was heel erg bang voor het volk Israël, omdat hij allerlei vreselijke verhalen had gehoord dat het volk niet te verslaan was. Uit wanhoop gebood hij zijn boden om naar Bileam te gaan en hem te vragen of hij het volk Israël wilde vervloeken. Bileam zei tegen de boden dat hij het zijn God zou vragen. Het staat niet geschreven, maar ik kan me zo voorstellen dat Bileam als knecht van God wist dat Israël Gods volk was.Daarom zou het al erg apart zijn geweest dat hij het in overweging nam om Gods volk te vervloeken voor geld. Ook wist hij dat de koning van Moab een afgodendienaar was en toch nam hij zijn dienstboden in huis. Maar misschien wist hij niet dat Israël Gods volk was, in ieder geval besloot hij God om wijsheid te vragen. Die nacht zei God tegen hem dat hij niet mocht gaan om het volk te vervloeken omdat het een gezegend volk was. Bileam zegt dit de volgende ochtend tegen de dienstboden en ze vertrekken.
Heb jij dat ook weleens? Zo'n keuze die je moet maken waarvan je diep van binnen al weet wat Gods wil is? Ik wel, vaak zelfs. En toch wil ik soms iets anders. Ik probeer mezelf te overtuigen dat het echt wel kan en probeer mezelf goed te praten tegenover God. Ik heb hier veel voorbeelden van maar zal er één geven. Op de middelbare school was ik erg verliefd op een jongen, een jongen die geen levende relatie met God had. Diep van binnen wist ik dat het tegen Gods wil zou zijn om een relatie met hem aan te gaan. Zoals ook staat in Korinthe.
''Vorm geen ongelijk span met ongelovigen, want wat heeft gerechtigheid gemeenschappelijk met wetteloosheid, en welke gemeenschap is er tussen licht en duisternis? En welke overeenstemming is er tussen Christus en Belial? Of wat deelt een gelovige met een ongelovige? Of welk verband is er tussen de tempel van God en de afgoden? Want u bent de tempel van de levende God, zoals God gezegd heeft: Ik zal in hun midden wonen en onder hen wandelen, en Ik zal hun God zijn en zij zullen Mijn volk zijn. Ga daarom uit hun midden weg en zonder u af, zegt de Heere, en raak het onreine niet aan, en Ik zal u aannemen, en Ik al u tot een Vader zijn, en u zult Mij tot zonen en dochters zijn, zegt de Heere, de Almachtige.'' - 2 Korinthe 6:14-18, HSV
Maar toch, toch wilde ik het en probeerde ik het goed te praten. Ik durfde mijn gedachten niet allemaal uit te spreken tegenover God. Ik durfde mijn twijfels niet uit te spreken, ook al wist ik dat God alles al van me wist. Herken jij zo'n situatie in jouw leven?
Verder in het verhaal over Bileam lees je dat de boden terugkomen. Dit keer met nog meer kostbaarheden als ruil voor de vervloeking die ze Bileam vragen uit te spreken. Bileam weet dat God niet wil dat hij Zijn volk vervloekt. en dan zegt hij het volgende: ''Al zou Balak mij zijn huis vol zilver en goud geven, ik ben niet in staat het bevel van de HEERE, mijn God, te overtreden om iets te doen, klein of groot.''
Bileam zegt dat hij niet in staat is om iets anders te doen dan wat God wil, hij zegt niet ''ik wil niet iets doen wat mijn God niet wil.''. Gods wil en zijn eigen wil zijn dus anders, want hij zegt niet dat hij het niet wil doen omdat God het niet wil.
En opnieuw zegt hij tegen de mannen te blijven slapen en dat hij God opnieuw om advies zal vragen. Die nacht zegt God dat hij mee mag gaan, maar alleen mag doen wat God hem zegt.
Weer terug naar mijn situatie: Hoe meer ik deze jongen leerde kennen en tijd en energie in hem stak hoe moeilijker het werd om hiermee te stoppen, ik wilde mijn wil doordrijven. Waarom had God ons op elkaars pad gebracht als we niet voor elkaar bedoeld waren?! Het kwam niet in mij op dat er vele andere redenen konden zijn hiervoor. Het kwam niet in me op dat er ook een vijand was die mij wilde verleiden tot zonde die ervoor zou zorgen dat er iets tussen God en mij zou instaan. Het kwam niet in me op dat deze jongen iets in mijn leven zou kunnen zien wat hem zou doen aanzetten tot een zoektocht naar de Schepper, Degene die hem had gemaakt en Zijn enige Zoon gaf, zodat hij gered zou kunnen worden. Ik was alleen maar bezig met het doordrijven van mijn eigen wil en mezelf en God overtuigen van mijn gelijk, net als Bileam deed.
God werd boos op Bileam omdat hij zijn eigen wil volgde en meeging met de dienstboden. God had uiteindelijk toestemming gegeven dat het mocht, omdat Bileam het nog een keer vroeg. En toch werd God boos, omdat Bileam zijn eigen wil belangrijker vond dan Gods wil. Anders had hij de eerste keer al naar God geluisterd en was hij niet meegegaan. Bileam reed op een ezel over een smalle weg, toen de ezel stilstond, de voet van Bileam tegen een muur klemde en ging liggen. Bileam sloeg de ezel uit boosheid, waarop de ezel sprak en hem vroeg waarom hij hem sloeg en zei dat hij altijd zijn heer had gediend. Toen opende God de ogen van Bileam zodat Bileam een engel zag staan met een scherp zwaard. Als de ezel was doorgelopen was Bileam gedood. Vervolgens zegt Bileam ''nu dan, als het slecht is in Uw ogen, zal ik wel terugkeren''. Bileam zei dit niet uit het verlangen om Gods wil te doen, want hij ging toch verder toen God zei dat hij wel mee mocht gaan, maar alleen dat mocht spreken wat Hij hem zou zeggen.
Wat mij erg raakt wanneer ik dit lees is dat God Bileam nu voor de zoveelste keer waarschuwt om niet te gaan. Bileam is Zijn dienstknecht. Hierin wordt Gods liefde voor de mens zichtbaar, Gods liefde voor mij. Ik ging telkens tegen Gods wil in en God waarschuwde mij keer op keer. Door een preek heen, door een goede vriendin heen en door Zijn eigen woord. Maar ik weigerde te luisteren.
Vervolgens zegent Bileam het volk tot driemaal toe. Elke keer hoopte Bileam dat God het volk door hem heen zou vervloeken. Elke keer liet hij Balak een groter offer brengen. Maar God bleef door hem heen het volk zegenen. Balak werd erg boos en stuurde Bileam naar huis. Bileam stopt hier niet, nee hij zet het volk van God ertoe aan om omgang te hebben met de Moabieten en Midjanieten (Numeri 31:16) en om de Baäl te aanbidden. God strafte het volk met een plaag, omdat het volk zich had laten verleiden om de afgoden van de Moabieten en Midjanieten te dienen en sommigen trouwden met dit heidense volk. Ook werd iedereen die had gezondigt gedood. Toen het volk Israël wraak nam op de Midjanieten, omdat ze hun hadden verleid tot het dienen van afgoden en het trouwen met hun volk, kwam ook Bileam om in de strijd.
In 2 Petrus staat de volgende waarschuwing over dwaalleraars, degenen die niet Gods wil maar die van henzelf verkondigen:
''Zij hebben de rechte weg verlaten en zijn verdwaald en volgen de weg van Bileam, de zoon van Beor, die het loon van de ongerechtigheid liefhad'' - 2 Petrus 2:15, HSV
Ik weigerde te luisteren, net als Bileam. Ik had de rechte weg verlaten en bevond me op de weg van Bileam zoals je leest in de Bijbeltekst hierboven. Maar God had oneindig veel geduld met mij en uiteindelijk zag ik zelf in dat het zo niet meer kon. Die avond schreeuwde ik het uit naar God en vroeg ik Hem om kracht. En die kracht gaf Hij mij! Die avond kon ik me niet voorstellen ooit nog iemand te vinden waarmee ik de rest van mijn leven zou willen doorbrengen, iemand van wie ik met heel mijn hart zou houden. En toch, nu jaren later ben ik verloofd en hoop ik volgend jaar te trouwen. Hoe groot en genadig en goed is onze God!
En nu verder
Herken jij iets in jouw leven waarbij je niet eerlijk bent tegenover God en jezelf? Iets waarbij je Gods wil eigenlijk niet wilt doen en je eigen wil blijft doen? Ga dan op je knieën en smeek God om Zijn kracht om niet je eigen wil te doen maar die van Hem en ga het doen! God zal je zeker kracht geven! Gods wil geeft je veel meer vreugde dan je eigen wil ooit zal kunnen geven!