Job: een man aan wie God Zijn grootheid openbaarde

09-12-2020

Laat ik vandaag eens beginnen met een paar vragen. Waar ben jij goed in? Waarvan weet jij veel? Denk er even over na en schrijf je antwoorden op.
Ik wil dit keer met je stilstaan bij het verhaal van Job. De meesten zullen het verhaal wel een beetje kennen. Job was een gelovige man, er was niemand zoals hij, zo vroom, oprecht en godvrezend. Hij had alles wat een mens uit zijn tijd kon wensen. Een groot gezin, enorm veel vee en een groot aantal mensen in dienst. In de hele oosterse wereld, was hij de meest aanzienlijke persoon, niemand was zo hooggeplaatst als hij. Maar dan gebeurt er iets. Satan wil Job naar beneden halen en God staat het toe. Job verliest alles, behalve zijn leven en zijn relatie met God. Precies aan deze man, die zoveel bezat en zoveel invloed had in zijn omgeving, openbaarde God hoe groot Hijzelf was en hoe klein Job in verhouding was.

En Job wist dat op zich ook wel hoor. In hoofdstuk 26 noemt Job bijvoorbeeld zelf hoe God de natuur aanstuurt. Hij benoemt hoe weinig hij eigenlijk weet en dat Hij Gods grote kracht niet kan begrijpen:

"Zie, dit zijn nog maar de uiteinden van Zijn wegen; wat hebben wij slechts een fluisterend woord van Hem gehoord! Wie zou dan de donder van Zijn kracht kunnen begrijpen?" - Job 26:14, HSV

Job aanvaarde eerst wel wat hem overkwam, maar door zijn vrienden werd zijn lijden zwaarder dan het al was. Ze beschuldigden hem en Job probeerde zichzelf te rechtvaardigen. Hij nodigde God uit om in een soort rechtszaak te gaan staan om te discussiëren over wat er gebeurt en of dit alles wel terecht is. Hij roept God ter verantwoording.

Elihu spreekt Job toe en noemt hoe onbegrijpelijk groot God is en vertelt hoe God de storm en het onweer aanstuurt.

"Zie, God is groot, en wij begrijpen Hem niet; het getal van Zijn jaren is niet te doorgronden. Want Hij trekt de waterdruppels omhoog, die na Zijn damp regen uitgieten. Zij laten de wolken stromen, zij druipen overvloedig op de mensen neer. Kan iemand ook begrijpen hoe de wolken zich uitbreiden, en het dreunen uit Zijn hut? Zie, Hij spreidt Zijn licht erover uit, en Hij bedekt de diepten van de zee. Want daardoor spreekt Hij recht over de volken; Hij geeft voedsel in overvloed. Met Zijn handen bedekt Hij het licht, en beveelt het zijn doel te treffen. Zijn geroep kondigt Hem aan, evenals het vee de komende storm." - Job 36:26‭-‬33, HSV

Een paar hoofdstukken later spreekt God zelf tot Job. Hij antwoord vanuit een storm.

God vraagt Job naar zijn kennis en vraagt of Job de grootsheid van de schepping heeft gezien. Hij vraagt naar de macht die Job heeft om de natuurverschijnselen aan te sturen. Maar op elke vraag zal Job moeten antwoorden dat hij het niet heeft gezien, dat hij het niet kan, dat hij het niet weet of dat het hem nooit zal lukken.

God stopt daar niet. Hij vraagt naar de dieren en of Job daar macht over heeft. Luisteren de dieren naar hem? Dienen ze hem? Job zal moeten toegeven dat hij die macht niet heeft. Door al die vragen heen wil God laten zien dat wijsheid, kracht en inzicht van Hem zijn. Hij wil laten zien dat Hij de macht heeft. En dat Hij Degene is die wijsheid, kracht en inzicht uitdeelt aan mensen en aan dieren. We zijn afhankelijk van Hem, niemand is hoger of groter.

Al bezitten we nog zo veel, het is niks vergeleken met wat God bezit, want alles is van Hem. Al denken we nog zoveel te kunnen, het is niks vergeleken met wat God kan, Hij is machtig om alles te doen wat Hij wil doen. Hij heeft alles geschapen, alles wordt aangestuurd door Hem. Hij is de Almachtige en de Allerhoogste. Wat wij denken te weten, te kunnen, te bezitten, valt in het niets bij de grootheid van God. We kunnen niet om God heen. God is zo wonderlijk groot dat we nooit helemaal kunnen begrijpen hoe ontzettend groot God is.

God sluit zijn woorden af met een vraag:

"Zal hij die een rechtszaak voert met de Almachtige, Hem onderwijzen? Laat hij die God ter verantwoording roept, daarop antwoorden." - Job 39:35, HSV

Job moet antwoorden, maar veel kan hij niet meer zeggen:

"Job antwoordde God: 'Ik ben een onwaardig mens, hoe zou ik U kunnen antwoorden? Ik leg mezelf het zwijgen op en zal niet voor de tweede maal spreken. Ik heb al veel te veel gezegd.'" - Job 39:36‭-‬38, HTB

We vallen stil als we zien hoe groot God is. Als we beseffen hoe geweldig groot God is, beseffen we ook hoe enorm klein wij zijn. We beseffen hoe enorm groot de genade en liefde van God zijn dat Hij zo enorm betrokken op ons is. We beseffen hoe bijzonder het is dat Hij trouw blijft terwijl wij steeds de mist in gaan en Hij zo enorm heilig is. We beseffen hoe weinig we zelf weten en dat Hij alles weet. God is onbegrijpelijk groot!

En nu verder

  • Kijk nog eens naar het lijstje dat je aan het begin van deze overdenking hebt opgeschreven. Hoe zie je dat nu?

  • Lees als je tijd hebt hoofdstuk 38 en 39 uit Job eens alsof God al die vragen aan jou stelt. Wat doet het met je?


Deze overdenking is geschreven door Marlies. Lees hier meer over haar en de andere gezichten achter 'In de Vallei'.

Heb je vragen of opmerkingen naar aanleiding van deze overdenking? Neem dan hier contact met ons op, of benader ons via social media.


Heb je deze al gelezen?

Lees hieronder eerdere overdenkingen! 


Mag ik jou wat vragen… ben jij verlost? 'Verlost waarvan?', vraag je misschien. Verlost van je zondeschuld, verlost van jezelf, verlost van meningen… Ben jij een vrije dochter van de grote Koning? In het woordje verlossing zit het woordje los. Ben jij losgemaakt van je schuld voor God, losgemaakt van jezelf, losgemaakt van anderen? Ben jij vrij? In...

Om heel eerlijk te zijn ben ik de laatste tijd echt door een storm gegaan. Vooral de maand maart was echt een maand met meerdere ups and downs. Er waren veel hoogtepunten, maar ook meerdere diepe dieptepunten. En door dit alles heen voelde het alsof ik mijzelf een beetje was kwijtgeraakt en dan vooral de vreugde van de Heer.

Ik (Berdine) vond geloven maar ingewikkeld. Religie zorgde in mijn ogen voor gedoe, gebondenheid en een vervelend leven. Dat zag ik ook veel om mij heen. Vrome praatjes, vaak ook vrome levens en vooral veel onzekerheid. Je moest maar hopen en bidden dat je ooit gered kon worden. En als je het wist - moest je er nog steeds aan twijfelen....