Gewend aan het donker

17-08-2020

Heel even knijpt ze haar ogen strak dicht. Wanneer ze haar ogen opent, kan ze de verschillende voorwerpen in de donkere ruimte van elkaar onderscheiden. Voordat ze haar ogen dichtkneep, leek alles zwart, maar nu zijn haar ogen aan het donker gewend en kan ze zich prima door de donkere ruimte heen bewegen zonder al te veel tegen dingen aan te stoten. Wat fijn eigenlijk dat je ogen zo snel gewend raken!

Wanneer we een donkere ruimte binnengaan, is het fijn dat onze ogen zo snel wennen aan het donker. Maar zoals je ogen wennen aan het donker van de nacht, kunnen je ogen ook wennen aan de duisternis die de zonde in je leven brengt.

Je kan het idee hebben dat het best licht is in je leven, doordat je gewend bent aan het donker. Maar wat gebeurt er met onze ogen als er in het donker opeens een fel licht aangaat? We verblinden ons bijna en realiseren ons dat het helemaal niet zo licht was op de plek waar we zijn.

Door deze overdenking hoop ik dat je gaat zien wat licht echt is en op welke gebieden je misschien wel gewend bent aan het donker. Als het ware zetten we een zaklamp aan die we gaan richten op donkere plekken van je leven die je voorheen misschien niet als donker beschouwde. Misschien merk je dat je het vervelend vindt dat er een licht op die plekken wordt geschenen. Ik weet hoe gewend je kunt zijn aan het donker en hoe vertrouwd het kan voelen. In de overdenking van volgende week maandag wil ik daar dan ook verder op ingaan om je te helpen om toch het licht te ontsteken. Ook al vind ik dat zelf ook een hele uitdaging!

Laten we allereerst samen lezen wat de Bijbel ons te zeggen heeft:

"Verzamel geen schatten voor u op de aarde, waar mot en roest ze verderven, en waar dieven inbreken en stelen; maar verzamel schatten voor u in de hemel, waar geen mot of roest ze verderft, en waar dieven niet inbreken of stelen; want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn. De lamp van het lichaam is het oog; als dan uw oog oprecht is, zal heel uw lichaam verlicht zijn; maar als uw oog kwaadaardig is, zal heel uw lichaam duister zijn. Als het licht dat in u is, duisternis is, hoe groot is dan de duisternis zelf! Niemand kan twee heren dienen, want of hij zal de één haten en de ander liefhebben, of hij zal zich aan de één hechten en de ander minachten. U kunt niet God dienen en de mammon. Daarom zeg Ik u: Wees niet bezorgd over uw leven, over wat u eten en wat u drinken zult; ook niet over uw lichaam, namelijk waarmee u zich kleden zult. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding?" - Mattheüs 6:19‭-‬25, HSV

"Niemand die een lamp aansteekt, zet die in het verborgene, en ook niet onder de korenmaat, maar op de standaard, opdat zij die binnenkomen, het licht kunnen zien. De lamp van het lichaam is het oog. Wanneer dan uw oog oprecht is, is ook heel uw lichaam verlicht; maar als het kwaadaardig is, is ook heel uw lichaam duister. Zie er dus op toe, dat het licht dat in u is, geen duisternis is. Als dus uw lichaam helemaal licht is, en geen enkel deel ervan duister is, zal het net zo geheel licht zijn als wanneer de lamp het met zijn schijnsel verlicht." - Lukas 11:33‭-‬36, HSV

Het gevaar van donkerte
In bovenstaande gedeelten wordt genoemd dat wanneer je oog oprecht is, je hele lichaam verlicht zal zijn. Het oog is in de Joodse literatuur ook vergelijkbaar met het hart, het centrale punt van iemands 'zijn'. Het hart omvat emoties, verlangens en betekenisgeving. Een oprecht oog is een gezond oog, zo'n oog kan goed zien. Een kwaadaardig oog is een oog dat beperkt zicht heeft.

Hoewel we kunnen wennen aan het donker, is ons zicht veel beter wanneer het om ons heen licht is. Als we ons in het donker begeven, hebben we beperkt zicht. Of zoals het in Mattheüs staat: we hebben kwaadaardige ogen. En het ding is dat onze ogen invloed hebben op ons hele 'zijn'. Als onze ogen kwaadaardig zijn, zal ons hele lichaam duister zijn. Als je went aan het donker, kun je het donker waarnemen als licht, omdat je wat kunt zien. Maar eigenlijk is dat licht, duisternis. We moeten er toch niet aan denken dat we het idee hebben dat het wel goed zit - omdat we het idee hebben dat we in het licht leven - om er vervolgens achter te komen dat het al die tijd schemerde of ronduit donker was? We moeten licht zijn zoals Jezus, die ons heeft geroepen, Licht is. De Bijbel zegt dat je niet in God kan geloven en tegelijkertijd in het donker kan leven. Je kan geen twee heren dienen.

Hoe wordt het donker?
Maar hoe wordt het dan donker? Nou, in mijn persoonlijk geloofsleven merk ik dat het enorm veel uitmaakt waar ik me mee inlaat. Het is een beetje als die uitspraak 'je bent wat je eet'. Het blijft licht wanneer jij in het Licht blijft en wordt donker wanneer jij je in gaat laten met duisternis. Daarom moeten we opletten dat waar we ons mee inlaten, daadwerkelijk licht is en niet slechts door kan als licht.

De donkerte binnenlaten kan op allerlei manieren en op allerlei gebieden. De duivel kent je zwakke plekken en probeert je op die plekken te verleiden. Het is daarom enorm belangrijk om je zwakke plekken te kennen en om duisternis en licht te kunnen onderscheiden. De donkerte binnenlaten kan bijvoorbeeld door muziek te luisteren die niet in lijn is met Gods woord, hoe subtiel ook. Het kan door video's te bekijken die niet rijmen met Gods heiligheid. Het kan gebeuren door mensen waarmee je omgaat. Je hebt het misschien hartstikke leuk met ze, maar hun levenswijze trekt jou van God af. Je neemt het niet meer zo nauw. Of wie weet begeef je je op plekken waar een andere God wordt aanbeden dan de God van de Bijbel, een god van genot, een god van geld, een god van bezit.

Hoe merk je dat het donker is?
Ongemerkt kan het in je leven donker worden. Het is alsof je 's avonds op de bank zit met een boek. Eerst is het licht, dan wordt het schemerig en uiteindelijk is het te donker om je boek nog te lezen. Dan kom je er pas achter dat het licht in de woonkamer niet aanstaat en het wellicht handig is om een lampje aan te zetten.

Als het begint te schemeren in je leven, sla je de bidstond misschien wel een keertje over. Het is geen prioriteit meer. Misschien glipt je Bijbelstudie erbij in of wordt je gebed een standaard riedeltje. Waar je eerst vol was van het Licht, is de schemering nu ook wel prima. Het wordt steeds donkerder en in plaats van dat je het licht aanzet, ga je op zoek naar dingen die je kunt doen in het donker. Je probeert je vervulling te vinden in dingen buiten God.

Leven in het licht
We gaan weer even terug naar dat voorbeeld waarbij je met een boek op de bank zit. Je kan van de donkere vlekjes op de witte bladzijde amper nog woorden maken. Je beseft je dat als je verder wil lezen, je het licht aan moet zetten. In het donker, moet je op zoek naar het lampknopje.

Ik hoorde in een preek eens de uitspraak dat we als christenen niet bang hoeven te zijn dat ons licht niet schijnt. We zijn als een lampje en het enige wat we moeten doen is verbonden blijven met het stopcontact, Jezus. Ik geloof echt dat dat zo is en tegelijkertijd denk ik dat we heel vaak keuzes maken voor in welke kamer er wel een lichtje aangaat en in welke niet. Misschien zijn we wel bang voor wat er zichtbaar wordt wanneer het licht aangaat. Want zolang we gewend zijn aan het donker lijkt er niet zo veel aan de hand. Maar in het licht wordt pas echt zichtbaar wat niet in de ruimte hoort. Je kan dan de kleuren onderscheiden, het contrast wordt zichtbaarder.

Om maar even te blijven schrijven in beeldspraak; hoe houd je de stekker in het stopcontact?

"Zoals de Vader Mij liefgehad heeft, heb ook Ik u liefgehad; blijf in Mijn liefde. Als u Mijn geboden in acht neemt, zult u in Mijn liefde blijven, zoals Ik de geboden van Mijn Vader in acht genomen heb en in Zijn liefde blijf." - Johannes 15:9‭-‬10, HSV

In het stopcontact blijven vraagt van je dat wat je doet, in lijn is met wat God van je vraagt. Hij vraagt dat we de dingen van het Licht doen en de dingen van de wereld links laten liggen. Hij zegt zoek eerst het Koninkrijk. Zorg dat je schat in de Hemel is, daar zal dan ook je hart zijn.

Het liefst denken we lekker makkelijk: dit kan toch wel? Maar zoals met meer dingen geldt: better safe than sorry. Tijdens een Bijbelstudie zei één van m'n groepsgenoten het zo: "Stel dat er twee kampen zijn waartussen een gebied ligt waarvan je niet goed weet of het tot jouw kamp behoort of tot het kamp van de vijand. Dan is het niet slim om je tentje op te zetten in dat grijze gebied. Waarom zou je dat doen als je weet dat het in jouw kamp veilig en goed is?" Een leven in het licht is een veilig leven. Dat is niet hetzelfde als een saai leven. Met God zijn namelijk ontzettend veel avonturen te beleven. Daarvoor hoef je het grijze gebied niet in. Je hoeft geen leven te leven waarbij je enorm veel risico loopt om beschoten te worden door de vijand om zo wat avontuur te beleven. Een dagelijkse radicale keuze voor God brengt vreugde, dieper dan welke vreugde dan ook.

En nu verder
Bid je mee en maak je de keuze om te leven in het licht?

Levende God, U die zelf als Licht naar de wereld toe kwam. U wilt in mijn leven Uw licht schijnen, zodat anderen door mij heen, gaan zien wie U bent. Het is niet altijd makkelijk om verbonden te blijven met U. Misschien moet ik wel eerlijk zeggen dat ik de duisternis niet eens echt opmerk en ik het licht soms niet aan wil doen. Wilt U mijn verlangens veranderen zodat ze in lijn zijn met wat U verlangt? Wilt U me laten zien in welke kamers van mijn hart het licht nog niet aanstaat? En wilt U me de kracht geven om ook daar het licht op te laten schijnen? Ook als dat betekent dat er dingen aan het licht komen waarvan ik liever niet heb dat ze worden gezien. Ik wil vandaag (opnieuw) de keuze maken om te leven in het licht!


Deze overdenking is geschreven door Marlies. Lees hier meer over haar en de andere gezichten achter 'In de Vallei'.

Heb je vragen of opmerkingen naar aanleiding van deze overdenking? Neem dan hier contact met ons op, of benader ons via social media.


Heb je deze al gelezen?

Lees hieronder eerdere blogposts!


Om heel eerlijk te zijn ben ik de laatste tijd echt door een storm gegaan. Vooral de maand maart was echt een maand met meerdere ups and downs. Er waren veel hoogtepunten, maar ook meerdere diepe dieptepunten. En door dit alles heen voelde het alsof ik mijzelf een beetje was kwijtgeraakt en dan vooral de vreugde van de Heer.

Ik (Berdine) vond geloven maar ingewikkeld. Religie zorgde in mijn ogen voor gedoe, gebondenheid en een vervelend leven. Dat zag ik ook veel om mij heen. Vrome praatjes, vaak ook vrome levens en vooral veel onzekerheid. Je moest maar hopen en bidden dat je ooit gered kon worden. En als je het wist - moest je er nog steeds aan twijfelen....

Getrouwd… en dan? Een mooie vraag. Serieus ook, want zeg nou zelf… denken we vaak niet dat als we maar getrouwd zijn dat we een bepaalde missie hebben voltooid? De eerste maanden zijn superleuk, spannend, alles is nieuw, maar gaandeweg heb je dat patroon wel onder de knie. In een vorige blog heeft Marlies geschreven over de rollen...