Mozes: hoe je focus op God het verschil maakt

05-01-2021

Het is een prima dag, je bent lekker aan het werk. Maar dan valt je oog op iets, het is een beetje vreemd. Je komt dichterbij. En opeens hoor je vanaf die plek een stem je naam roepen! Dat gebeurt Mozes. Hij kreeg toen een opdracht van God, maar Mozes had daar zacht uitgedrukt niet zo heel veel zin in.

Mozes hoedde het kleinvee van zijn schoonvader Jethro en kwam bij de Horeb, de berg van God. Daar stond een doornstruik in brand. Dat kwam vaker voor, maar dit keer was er iets geks aan de hand. De doornstruik brandde wel, maar verteerde niet. Wanneer Mozes dichterbij komt, roept God vanuit de struik: "Mozes, Mozes!" En Mozes antwoord: "Zie, hier ben ik." Op het bevel van God trekt hij zijn schoenen uit en dan praat God verder: "Ik ben de God van uw vader, de God van Abraham, de God van Izak en de God van Jakob."

Mozes was onder de indruk van de God die hij tegenover zich had en bedekte zijn gezicht. Hij durfde God absoluut niet aan te kijken! Misschien dacht hij wel aan de zonde die hij had begaan toen hij in zijn woede een Egyptenaar dood sloeg. Hoe kon hij deze God ooit recht in de ogen kijken?

God gaat ongestoord verder: "Ik heb duidelijk de onderdrukking van Mijn volk, dat in Egypte is, gezien en heb hun geschreeuw om hulp vanwege hun slavendrijvers gehoord. Voorzeker, Ik ken hun leed. Daarom ben Ik neergekomen om het volk te redden uit de hand van de Egyptenaren, en het te leiden uit dit land naar een goed en ruim land, naar een land dat overvloeit van melk en honing, naar het gebied van de Kanaänieten, de Hethieten, de Amorieten, de Ferezieten, de Hevieten en de Jebusieten. Nu dan, zie, het geschreeuw om hulp van de Israëlieten is tot Mij gekomen. En Ik heb ook de onderdrukking gezien waarmee de Egyptenaren hen onderdrukken."

God vertelt wat Hij heeft gezien en wat Hij heeft gedaan. Hij zegt dat Hij is neergekomen om het volk te redden en om hen te brengen naar een goed land. Ik kan me zo voorstellen dat Mozes enorm blij was. Jarenlang leefde Mozes een luxe bestaan als prins in Egypte terwijl hij zijn volk zag lijden aan slavernij. Het moet vreselijk oneerlijk gevoeld hebben! Eindelijk kwam God om het volk te redden!

"Nu dan, ga op weg. Ik zal u naar de farao zenden, en u zult Mijn volk, de Israëlieten, uit Egypte leiden." God heeft een opdracht voor Mozes. En dan vind Mozes het niet zo grappig meer. Moet hij naar de farao toe? Hij antwoord: "Wie ben ik, dat ik naar de farao zou gaan en de Israëlieten uit Egypte zou leiden?"

Die reactie van Mozes kan ik me wel voorstellen. Naar het land gaan van waaruit hij is gevlucht? Echt niet! En dan moet hij daar zeker voor de farao gaan staan, lief lachen en vertellen dat de farao de Israëlieten moet laten gaan? De farao ziet hem al aankomen natuurlijk. Dat gaat niet gebeuren!

God belooft dat Hij met Mozes zal zijn. Maar Mozes is er nog niet gerust op. Wat zou hij moeten zeggen als hij bij de Israëlieten komt of als hij voor de farao staat? Hoe moet hij uit gaan leggen door wie hij gestuurd is?

En dan vertelt God wie Hij is: "IK BEN DIE IK BEN".

Mozes piekert over de opdracht die hij krijgt. Wie is hij om zo even naar de farao toe te stappen? Wie is hij dat hij de Israëlieten uit Egypte zou leiden? Waarom kiest God hem uit? Wat zou hij moeten zeggen? Hij is helemaal niet goed in spreken. Hij twijfelt aan zichzelf en hij ziet het niet zitten. Hij moet, maar hij wil niet. Hij durft zich niet over te geven aan God en durft niet op Hem te vertrouwen.

Mozes focust op wat hij moet doen en wil niet, want hij is bang. Mozes twijfelt of hij wel kan wat hij moet doen en over wie hij is. God reageert daarop door te zeggen wat Hij zal doen en wie Hij is. Zo probeert God de focus van Mozes te veranderen.

Dat doet God trouwens niet pas wanneer Mozes met excuses en vragen komt. Maar vanaf het begin van het verhaal begint God bij zichzelf. Vanuit de braamstruik vertelt Hij wie Hij is. Vervolgens vertelt Hij over wat Hij heeft gedaan. En pas daarna geeft Hij Mozes een opdracht.

Mozes' angst en tegenzin zijn heel logisch. Hij keek naar zichzelf en naar wat hij van God moest doen. Maar niet voor niets vertelt God eerst wie Hij is. Hij is de God van Mozes' voorvaderen en heeft Zijn volk nooit in de steek gelaten, Hij is trouw. Hij hoort dat Zijn volk het uitschreeuwt en als rechtvaardige God kan Hij het onrecht niet meer aanzien. Zijn enorme liefde spoort Hem aan om het volk te redden. Deze God is te vertrouwen. Mozes hoeft niet bang te zijn met deze God aan zijn zij. Hij hoeft niet bang te zijn wanneer Hij focust op wat God heeft gedaan en wat Hij nog zal doen. Zelfs zijn tegenzin zal weggaan door het besef hoe geweldig deze God is!

Verder op reis

  • Herken je je in Mozes? Zijn er dingen die je eigenlijk zou moeten doen voor God, maar die je niet wil doen? Hoe ga je daarmee om? En wat zou er gebeuren als je zou focussen op wie God is?

  • Bid tot God. Vraag om hulp van Zijn Geest om je vooral te focussen op wie God is in plaats van alleen op wat Hij heeft gedaan of wat jij moet doen.

(Ps. Het verhaal over Mozes' ontmoeting met God kun je terugvinden in Exodus 3.)


Deze overdenking is geschreven door Marlies. Lees hier meer over haar en de andere gezichten achter 'In de Vallei'.

Heb je vragen of opmerkingen naar aanleiding van deze overdenking? Neem dan hier contact met ons op, of benader ons via social media.


Heb je deze al gelezen?

Lees hieronder eerdere overdenkingen! 


Wat voor soort Bijbelboek heeft jouw voorkeur? Iedereen heeft een eigen voorkeur voor bepaalde gedeelten in de Bijbel. Voor de een zijn dat de verhalen en geschiedenissen, voor een ander zijn het de brieven of de psalmen en wijsheidsboeken. Voor weer een ander is het van alles een beetje. Logisch ook, want iedereen is uniek en gevormd door het...

'Listen to your heart when he's calling for you… listen to your heart…' misschien ken je dat nummer wel. Overal kom je het tegen: Volg je hart, want dat klopt altijd! Volg je hart en leef! Doe wat je leuk vindt. Leuzen die blijven steken en in je gedachten komen, maar… wat moet je ermee? Ergens voelt het...

Mijn man en ik waren nog geen jaar getrouwd; om ons heen zagen we mensen die net als wij pas kort getrouwd waren en waarbij het rozengeur en maneschijn was (of dat leek in ieder geval zo). Wij hielden (en houden) enorm veel van elkaar, maar er waren ook slaande deuren en verhitte gesprekken in die tijd. Ondertussen hoorde ik...