Christus Jezus in de taberbakel

28-06-2022

De komende tijd wanneer ik een blog schrijf, wil ik me met jullie verdiepen in de tabernakel. De tabernakel is namelijk een prachtig beeld van Gods verlossingswerk. Het laat je veel zien over Gods heiligheid. We leren begrijpen wat het priesterschap van de Heere Jezus, maar ook van ons als gelovigen inhoudt. Als je de tabernakel leert kennen en gaat begrijpen, zal je veel meer het Nieuwe Testament gaan begrijpen! Zo belangrijk is het dus. Ga je met me mee op deze reis?

Voorgeschiedenis
God had door Mozes Zijn volk bevrijd uit de handen van de Egyptenaren, Hij leidde hen Egypte uit. Het land waar ze zoveel jaren onderdrukt waren geweest. Het volk van God woonde ongeveer vierhonderd jaar in Egypte. Midden tussen het heidense volk dat allerlei afgoden aanbad. Gods volk had in Egypte geen plek om Hem te aanbidden. Maar God had een plan. Mozes overleefde de kindermoord en God stuurde Hem om Zijn volk uit het land Egypte te leiden. Door middel van allerlei wonderen bevrijde God Zijn volk van de macht van Egypte en de farao. Na de laatste plaag liet Farao het volk gaan. Hij ging hun nog achterna, maar kwam om in de zee. God leidt het volk door de woestijn en daar geeft God hen de tien geboden. Aan het eind van Exodus 24 lees je dat Mozes de opdracht krijgt van God om de berg op te klimmen met Aäron, Nadab, Abihu en zeventig van de oudsten van Israël. Dezen moesten zich op een afstand neerbuigen. Alleen Mozes mocht tot de HEERE naderen. God sprak tot Mozes en hij keerde terug naar het volk en vertelde hen wat God hem had verteld. Daarna beklommen Mozes, Aäron, Nadab, Abihu en de zeventig oudsten de berg en God verscheen aan hen.

‘’En zij zagen de God van Israël. Onder Zijn voeten was er iets als een plaveisel van saffier, zo helder als de hemel zelf.’’ – Exodus 24:10, HSV

Mozes klom alleen de berg verder op en kreeg de stenen tafelen, de wet en de geboden van God. De wolk bedekte de berg waar Mozes op was geklommen zes dagen lang. Op de zevende dag riep God Mozes vanuit het midden van de wolk.

‘’De aanblik van de heerlijkheid van de HEERE op de top van de berg was in de ogen van de Israëlieten als een verterend vuur. Mozes ging de wolk binnen en klom de berg verder op. En Mozes was veertig dagen en veertig nachten op de berg.’’ – Exodus 24:17-18, HSV

Gods Heerlijkheid rust op de berg en is voor het volk als een verterend vuur. Wat enorm indrukwekkend moet dat geweest zijn! Wat zou er door het volk heen gegaan zijn? Kun je je daar iets bij voorstellen?

Mozes ontmoet God daar op de berg Sinaï en God spreekt met hem. Hij geeft hem in de volgende hoofdstukken hele specifieke opdrachten hoe Hij wil dat de tabernakel gebouwd gaat worden.

Waarom moest de tabernakel gebouwd worden?

God geeft ons het antwoord in Exodus 25:

‘’En zij moeten voor Mij een heiligdom maken, zodat Ik in hun midden kan wonen.’’ – Exodus 25:8, HSV

De grote en heilige God die de Israëlieten Uit Egypte had bevrijd, wil in hun midden wonen. De God die in één ogenblik elke eerstgeborene deed sterven in een huis waar geen bloed aan de deurpost zat. De God die het machtige leger van de Egyptenaren met al zijn paarden en strijdwagens liet omkomen in de zee. Deze God wil in hun midden wonen!

Zoals God in het midden van Zijn volk kwam wonen, ging Jezus ook te midden van de mensen wonen:

‘’En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader), vol van genade en waarheid.’’ – Johannes 1:14, HSV 

Het was Gods keuze om niet alleen Zijn volk naar het beloofde land te leiden, maar om ook in hun midden te gaan wonen. Het was Gods verlangen. Hoe wonderlijk is dat! God wilde wonen te midden van nietige, zondige mensen die Hem veel verdriet zouden doen. 

Vrijwillig meebouwen 

God komt zelf vrijwillig in het midden van het volk wonen, ook de bouw van de tabernakel was vrijwillig. 

‘’Spreek tot de Israëlieten [en zeg] dat zij voor Mij een hefoffer nemen. U moet van iedereen wiens hart hem gewillig maakt, een hefoffer voor Mij nemen.’’ – Exodus 25:2, HSV

Niemand werd door God verplicht om aan de tabernakel mee te bouwen. Het was een vrijwillig offer voor degenen die dat wilden, van iedereen die het op zijn of haar hart kreeg. Iedereen die wil dat God in hun midden komt wonen wordt uitgenodigd hieraan bij te dragen. Hoe bijzonder moet het gevoeld hebben om mee te bouwen aan het huis van God! Mee te bouwen aan het huis van de God die je is verschenen als een verterend vuur! 

Laten we eens lezen wat de reactie van het volk was. Zouden ze bereid zijn geweest vrijwillig mee te bouwen? Dit kunnen we lezen in Exodus 35 en 36: 

In Exodus 35 en 36 lezen we wat het volk deed:

‘’Toen ging heel de gemeenschap van de Israëlieten bij Mozes weg, en ze kwamen terug: ieder wiens hart hem daartoe bewoog en ieder wiens geest hem gewillig maakte. Ze brachten het hefoffer voor de HEERE ten behoeve van het werk aan de tent van ontmoeting, voor al het dienstwerk daarin en voor de geheiligde kledingstukken. Zo kwamen ze, de mannen en de vrouwen. Ieder die gewillig van hart was, bracht sierspelden, oorringen, zegelringen, halssieraden en allerlei gouden voorwerpen. Ja, iedereen die de HEERE een beweegoffer van goud bracht, En iedereen bij wie blauwpurperen, roodpurperen en scharlakenrode wol, fijn linnen, geitenhaar, roodgeverfde ramshuiden en zeekoeienhuiden te vinden was, die bracht ze. Ieder die een hefoffer van zilver of koper bracht, bracht dat als hefoffer voor de HEERE; en ieder bij wie acaciahout gevonden werd, bracht het voor al het werk ten behoeve van de dienst. Elke vrouw die wijs van hart was, spon eigenhandig en bracht wat ze gesponnen had: blauwpurperen, roodpurperen en scharlakenrode wol en fijn linnen. En al de vrouwen van wie het hart hen daartoe bewoog en die wijs van hart waren, sponnen het geitenhaar. De leiders brachten ook onyxstenen en andere edelstenen als opvulling voor de efod en de borsttas, specerijen en olie voor de lamp, voor de zalfolie en voor het geurige reukwerk. Alle mannen en vrouwen van wie het hart gewillig was, droegen bij aan al het werk dat de HEERE door de dienst van Mozes geboden had te doen. De Israëlieten brachten het als een vrijwillige gave voor de HEERE.’’

‘’Zij namen van Mozes heel het hefoffer aan dat de Israëlieten gebracht hadden om het werk ten dienste van het heiligdom te verrichten. Men bracht elke morgen nog vrijwillige gaven bij hem. Toen kwamen alle vaklieden die allerlei werk voor het heiligdom deden, man voor man, van het werk waarmee ze bezig waren, en ze zeiden tegen Mozes: Het volk brengt veel, meer dan toereikend is ten dienste van het werk dat de HEERE geboden heeft te doen. Toen gaf Mozes bevel dat men een boodschap door het kamp zou laten gaan: Laat geen man of vrouw nog werk verrichten voor het hefoffer voor het heiligdom. Zo werd het volk ervan weerhouden om nog meer te brengen.’’ – Exodus 36:3-6, HSV

Wat een krachtig werk van God in hun harten! Zij waren bereid om overvloedig te geven om mee te bouwen aan Zijn woonplaats! Mozes moest hen zelfs laten stoppen met het brengen van goederen, zoveel gaf het volk!

God vraagt ons nu niet meer om een tabernakel te bouwen. Hij stuurde Zijn Zoon om hier op aarde te wonen om het vaderhart van God te laten zien. Hij stuurde Zijn Zoon om onze zonden te dragen aan het kruis. Na de opstanding is Zijn Zoon weer teruggegaan naar de hemel en zit Hij aan Gods rechterhand. God liet door Jezus Zijn genadige en liefdevolle Vaderhart zien. 

God geeft ook ons als Zijn gemeente de opdracht om het beeld van God uit te dragen hier op aarde. Wij worden allemaal uitgenodigd om vrijwillig mee te bouwen aan de gemeente. God dwingt ons niet. God vraagt het ons om mee te bouwen vanuit het verlangen om Hem te dienen.

En jij? Bouw jij op deze manier mee? Ben jij bereid overvloedig te geven in tijd, geld, spullen, gebed etc. in de gemeente? Ben jij bereid zoveel te geven dat er teveel is?

"De grote en heilige God die de Israëlieten Uit Egypte had bevrijd, wil in hun midden wonen."

God wil ontmoeting
God wilde te midden van Zijn volk wonen, dit hebben we nu duidelijk gezien. Maar de tent waarin God zou wonen moest meer zijn dan een gewone woonplaats zoals de tenten waarin de Israëlieten zelf woonden. In Exodus 27:21 geeft God de opdracht een tent van ‘’ontmoeting’’ te maken. Dat is namelijk wat Gods verlangen is, om ontmoeting met Gods volk te hebben. God wil niet alleen bij hen wonen, maar wil hen ook ontmoeten!

Dat is de reden dat er niet een gewone tent komt, maar dat God in alle detail aan Mozes beschrijft hoe deze tent en zijn inhoud eruit moet komen te zien. Vol pracht en heerlijkheid. Is dat niet egoïstisch van God? Nee, het drukt juist uit hoe Heilig, goed en groot Hij is!

Een teken van trouw
Laten we een stukje teruggaan in de tijd:

‘’En zodra heel het volk de wolkkolom zag staan bij de ingang van de tent, stond heel het volk op en boog zich neer, ieder in de opening van zijn tent.’’ – Exodus 33:10, HSV

De wolkkolom was voor hen een teken van Gods trouw (en de vuurkolom ’s nachts). De Heere liet daarmee weten “Ik ben bij jullie”. Stap je uit je tent dan zie je de wolkkolom die getuigt van God; van Zijn trouw en Zijn liefde en barmhartigheid. Kun je ’s nachts niet slapen? Kijk naar buiten, zie de vuurkolom, die vertelt hetzelfde. God leidde het volk door de wolk- en vuurkolom. Deze kolommen waren een zichtbaar teken van Zijn trouw en aanwezigheid.

"Wat een genade dat Hij de poort weer opent, juist aan de oostzijde."

Wandeling naar de tabernakel
Ik wil je meenemen op pad. Probeer je in te leven. Stel je woont in één van de stammen van het volk Israël en je wilt de tabernakel bezoeken. Je hart is vol verlangen om de Heere een dankoffer te brengen. Je bent Hem zo dankbaar dat hij je heeft bevrijd van die vreselijke slavenarbeid in Egypte. Waar moet je naartoe

Laten we verder lopen. Je ziet de tabernakel al in de verte. Deze was zo’n vijf meter hoog. Dat viel wel op tussen al die andere tentjes. Je hart brandt nog meer van verlangen om Hem een offer te brengen! Snel lopen we door en komen we uit bij de tabernakel. Het eerste waar we tegenaan lopen is een groot wit doek, de omheining. Tegen de achtergrond van dit helder witte doek steken wij met onze zonden en schulden nogal af.

‘’Aan de zuidzijde, in zuidelijke richting moeten kleden voor de voorhof van dubbeldraad fijn linnen komen; de lengte van die ene zijde is honderd el’’ – Exodus 27:9b

We lopen dus tegen de omheining aan. We kunnen er niet in, we lopen door en lopen er omheen. Je komt geen ingang tegen. Is God dan onbereikbaar? De moed zakt je in de schoenen. Kunnen we niet bij Hem komen? Ook de andere zijde is gesloten door een lang witte omheining die 2.5 meter hoog is. Er overheen kijken lukt dus niet.

De poort
Dan komen we aan de oostkant. Hé, dat is anders hier zien we een onderbreking van het doeken zien we een soort poort.

‘’Verder moet er voor de poort van de voorhof…’’- Exodus 27:16a. HSV

Er is een poort om de voorhof van de tabernakel binnen te gaan. Ook Jezus is de deur, de enige deur!

‘’Ik ben de Deur; als iemand door Mij naar binnen gaat, zal hij behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden. – Johannes 10:9, HSV’’

De enige mogelijkheid om de voorhof binnen te gaan is door de poort. Ongeveer 500 jaar heeft deze tabernakel bestaan, 500 jaar heeft hij als het ware uitgeroepen: Er is 1 weg tot redding, er is 1 weg om bij God te komen en dat is de Heere Jezus! Jezus zegt van Zichzelf dat Hij de deur is, Hij is de toegang, door Hem mogen wij tot God naderen. Ik vind het zelf zo’n ongelooflijk mooi en veelzeggend beeld! Jezus is de deur, Jezus alleen!

God wilde onder andere Jezus laten zien aan het volk, alles in de tabernakel wijst heen naar Zijn verlossingswerk! God wilde niet alleen in het midden van Zijn volk wonen, Hij wilde ook Zijn plan laten zien! Die hoge, heilige en hoog verheven God laat zien wat Zijn plannen zijn met deze wereld. Zijn plannen voltooit Hij op Zijn tijd en op Zijn wijze. Hij laat zien door de tabernakel heen, door de diensten heen, door de verschillende onderdelen van de tabernakel heen, wat Hij gaat doen om deze wereld te redden. Hoe bijzonder is dat!

De poort aan de oostkant
We kwamen bij de oostkant, waar de poort zich bevond. Waarom specifiek de oostkant?

Als we in Genesis lezen valt ons iets op:

‘’Hij verdreef de mens, en plaatste ten oosten van de hof van Eden de cherubs met een vlammend zwaard, dat heen en weer bewoog, om de weg naar de boom des levens te bewaken.’’ – Genesis 3:24, HSV

In Handelingen 1 lezen we over de Hemelvaart welke plaatsvond op de Olijfberg, welke aan de Oostzijde van Jeruzalem ligt. Zach. 14 schrijft over Zijn wederkomst dat Jezus aan de oostzijde van Jeruzalem zal terugkomen en daar Jeruzalem zal binnentrekken. De oostzijde! 

De mens leefde in eensgezindheid met God in het paradijs, maar de mens keerde zich af van God en onze relatie met Hem werd kapot gemaakt. Het was niet meer mogelijk om met God te wandelen in relatie met Hem. Hij sloot de hof af d.m.v. Cherubs. Die als het ware zeiden: Geen toegang meer tot God, deze plaats waar u wandelde met God is definitief gesloten en dicht.

Wat een genade wanneer we nu zien dat Hij de poort weer opent ook aan de oostzijde. Alsof God hier zegt: “Ja jullie hebben de relatie verbroken, ja jullie hebben je afgekeerd van Mij, ja jullie dachten als Mij te kunnen zijn. Ik had alle recht om de relatie te verbreken en niet meer naar jullie om te kijken; jullie over te laten aan jezelf. Weet je, jullie zoeken het maar uit! Geen toegang meer tot mij en geen omgang meer met Mij. Een eeuwige ondergang is jullie bestemming en niemand gaat daar nog wat aan veranderen!”

Het zou rechtvaardig en eerlijk zijn. Die eeuwige ondergang was onze toekomst en bestemming! Het gevolg van onze zonde is namelijk de dood! Besef je je dat nog wel eens? Sta je daar nog wel eens bij stil? Er wachtte ons een eeuwig ondergang zonder hoop op redding.

Maar dan doet God het onmogelijke, Hij keert zich weer tot ons, Hij opent de toegang weer. Wat een heerlijk beeld hier in de tabernakel, een poort! Voor de Israëliet die tot God wil komen, hij ziet de poort wijd open staan en kan daar binnen. Hij kan God weer ontmoeten. Wat een heerlijkheid, wat een vreugde, wat een genade!

Een heerlijk beeld van Christus!

De volgende keer gaan we de tabernakel binnen.


Deze overdenking is geschreven door Marjon. Lees hier meer over haar en de andere gezichten achter 'In de Vallei'. Lees hier waar In de Vallei voor staat.

Heb je vragen of opmerkingen naar aanleiding van deze overdenking? Neem dan hier contact met ons op, of benader ons via social media.

Heb je deze al gelezen?