Zeven twijfels rondom geloven
Grote kans dat we het allemaal wel heel goed weten, maar dat er dingen zijn die ons tegen houden. Twijfels en argumenten die sterk klinken. Vragen waar we ons achter verschuilen. Het is tijd om al deze argumenten, vragen, tegenwerpingen, al de leugens en al je twijfels recht in de ogen te kijken en Gods Waarheid er naast te leggen. Morgen is je niet gegarandeerd. Waarom zou je niet gaan leven voor het doel waarvoor je geschapen bent? Waarom zou je niet zo gauw mogelijk van je straf bevrijd willen worden? Om daarna te leven zonder lasten, in de heerlijkheid van God? Jezus zei: "Kom tot Mij, volg Mij." Wanneer kom jij? Probeer al je vooroordelen, al je theorieën, al de leringen van je kerk, van de dominee, je familie en al je eigen gedachtes op zij te leggen. Probeer niet klakkeloos aan te nemen wat wij schrijven, maar wees kritisch en laat God zelf spreken. "Namens Christus smeken wij u, laat u met God verzoenen." (2 kor 5:21)
Wat houd jou tegen om te geloven? Een tijdje terug vroegen wij onze volgers op Instagram welke vragen, twijfels en argumenten hen tegen hielden om tot Jezus te komen, om te geloven. De zeven vragen die het meest gesteld werden hebben wij geprobeerd te beantwoorden in deze blog. Ik wil je graag aanmoedigen om eerst de vraag voor jezelf te beantwoorden, voordat je verder leest.
1. Is het ook voor mij? Ben ik wel uitverkoren?
Kan ik ook gered worden? Is het ook voor mij? Ben ik uitverkoren? Kan ik het zomaar geloven?
De Bijbel leert ons twee dingen; Gods soevereine verkiezing en onze eigen verantwoordelijkheid. Deze twee staan niet tegenover elkaar, maar volmaakt naast elkaar. De Bijbel leert ons dat het geloof niet uit ons is, maar dat het Gods gave is (Ef 2:8, Rom 11:36) en tegelijkertijd beveelt de Bijbel ons te geloven - wat we dus zelf lijken te moeten doen (1 Joh 3:23). De Bijbel leert ons dat God mensen al gekozen heeft (Rom 8:29) en tegelijkertijd wil God dat niemand verloren gaat, maar de hele wereld gered wordt (Joh 3:16, 2 Pet 3:9, 1 Thim 2:3-4) en dat de mens hierin een eigen keuze heeft (Ez 18:32).
We kunnen ons afvragen of we wel uitverkoren zijn, maar hier op aarde zal je nooit een lijst vinden met de namen die in het Boek geschreven staan (Openb 20:15). Daar hoeven we dus ook niet mee bezig te zijn. Wat we wel hebben is de Bijbel, en volgens God is dat genoeg. De boodschap die de Bijbel geeft aan de ongelovigen is niet dat ze zich moeten afvragen of ze uitverkoren zijn, maar het feit God hen wil redden. Ook jou. Het is ook voor jou. De Bijbel roept ons niet op om uit te zoeken of het voor ons is en of we uitverkoren zijn, maar gebied ons om te geloven dat Jezus ook voor ons kwam. God zal niemand de deur wijzen (Deut 4:29, 2 Kr 30:9b). Het is een vraag en een bevel te geloven dat het bloed van Jezus genoeg is om ook jou schoon te wassen van al je zonden, wat tot verlossing leidt (Rom 1:16). En wanneer je deze stap in overgave, vertrouwen en geloof hebt gezet zal je terug kijken en zien dat het allemaal niet jouw werk was, maar Gods werk. Dan mag je dankbaar zijn dat God ook jou gekozen heeft. De boodschap van uitverkiezing werd nooit gebracht aan ongelovigen en is dus niet iets waar je mee bezig moet of je achter moet verschuilen voordat je gelooft. In de Bijbel wordt het alleen besproken door mensen die al zeker weten gered te zijn (Efeze 1).
Toen Jezus de dicipelen de opdracht gaf om Hem te volgen, kwamen zij niet met twijfels en vragen zoals "maar roept U mij wel echt?" "Heeft u mij wel echt gekozen?" Nee, ze gingen in gehoorzaamheid achter Jezus aan. Jezus roept jou ook. Hoe reageer jij?
2. Ben ik wel goed genoeg?
Heb ik wel genoeg zondebesef? Heb ik genoeg vuur voor God? Ik zondig nog te veel, ik focus mij te veel op wereldse dingen. Doe ik het wel goed genoeg? Ben ik wel goed genoeg om een kind van God te worden? Moet ik niet eerst beter gaan leven?
Het mooie aan genade is dat je het niet kan verdienen, maar dat je krijgt wat je niet verdient hebt en niet krijgt wat je wel verdient hebt.
Lees die zin nog maar een keer ;) Je krijgt vrijheid in plaats van straf en geen dood, maar leven. Zodra je voor God wil presteren, wordt duidelijk hoe onmachtig je bent. Al zou je de beste christen van allemaal zijn, dan nog zul je niet aan alle eisen van Gods wet kunnen voldoen. God is zo enorm heilig. Wanneer je Hem wil pleasen, door je werken of je zondebesef, zul je jezelf altijd teleurstellen.
God wil je redden. Niet omdat je zo veel waard bent, maar om je weer in waarde te herstellen. Niet omdat je zo goed bent, maar juist omdat je tekort komt en verzoening nodig hebt. Niet omdat je het zelf kan, maar juist omdat je een Middelaar nodig hebt. Jezus zei niet: "Het is voor een deel gedaan en jij moet de rest doen". Jezus zei: "Het is volbracht". Er hoeft niets meer bij van jezelf. Jezus is meer dan genoeg voor jou. Jij hoeft alleen maar 'ja' te zeggen op Zijn roep om je leven aan Hem te geven.
Maar Jezus antwoordde en zei tegen hen: "Wie gezond zijn, hebben geen dokter nodig, maar wie ziek zijn. Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen tot bekering te roepen, maar zondaars." - Luk 5:31-32
"Het mooie aan genade is dat je het niet kan verdienen, maar dat je krijgt wat je niet verdient hebt en niet krijgt wat je wel verdient hebt.
3. Ik geloof wel, maar voel het niet
"Ik ervaar God niet in mijn leven. Ik voel zo weinig als ik tot de Vader kom. Ik voel niet opeens blijdschap en dankbaarheid en heb geen zin in Bijbel lezen. Ben ik wel echt gered?"
Veel keuzes en argumenten baseren we tegenwoordig op hoe we ons erbij voelen. Maar onze wisselende gevoelens geven ons weinig zekerheid. Hierdoor worstelen we: "Ik voel zo weinig van God", "Ik voel niet dat ik een nieuwe schepping ben", "Ik verlang niet echt naar Bijbel lezen". Gevoel is geen voorwaarde voor geloof. Je hebt geen bijzonder gevoel nodig om tot God te komen. Maar op het moment dat je gelooft, zal God wel gevoelens in je werken die overeenstemmen met Zijn wil.
Zoals een plant die pas vruchten draagt nadat ze geworteld is, gevoed wordt en gaat groeien, komen vruchten van geloof niet vooraf aan en ook niet direct na overgave. Gevoelens zoals blijdschap, passie en liefde zijn een vrucht van geloof, geen voorwaarde of voorafgaande emotie. Plaats gevoel niet boven geloof. Laat God het laatste woord hebben.
De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. - Gal 5:22
Want u weet dat de beproeving van uw geloof volharding teweegbrengt. - Jak 1:3
"Gevoel is geen voorwaarde of voorafgaande emotie van geloven, maar een vrucht van geloof."
4. Ik wacht op iets bijzonders
"Ik moet toch eerst een bijzonder moment meemaken? Om bekeerd te worden moet er toch iets bijzonders gebeuren?"
Bekering ≠ een bijzonder moment. Bekering = een opdracht.
Bekering is inkeer over je zonde en omkeer naar God. Niet iedereen ziet een groot licht, valt op zijn knieën en verandert van vervolger van christenen naar volger van Christus, zoals Paulus. Bekering is heel simpel dat je uit berouw over je zonde, tot inkeer komt: "Ik wil het anders doen". En dat je je omdraait en zegt: "Maar ik kan het niet zonder U."
Dit is niet alleen iets voor wanneer je tot geloof komt. Elke dag opnieuw mag je inzien dat je zonde doet en dat je afhankelijk bent van God.
...en Hij zei: "De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen; bekeer u en geloof het Evangelie." - Mark 1:15
'Bekeert' in de grondtaal:
- Shuwb: terugkeren, omkeren, terug gaan, herstellen, repareren, zich afwenden, terug halen.
VB: Jer 31:18,19, Amos 4:6-11, 1 Sam 7:3, 2 Kr 30:6,9, Ez 14:6, Zach 1:4
- Epi'strepho: omkeren, terugkeren, het zich wenden tot de aanbidding van de ware God en het terugkeren tot de liefde en gehoorzaamheid aan God.
VB: Hand 2:38, 3:19, 1 Pet 2:25
- Metano'eo: tot andere gedachten komen, berouw hebben, beter inzicht verkrijgen, zich van harte verbeteren met afschuw over vorige zonden.
VB: Mark 1:12, Matt 12:41, Luk 13:3,5, 15:7,10, Hand 2:38, Openb 2:21
Bekering is geen eenmalig bijzonder moment. Het begint met een eerste keuze van inkeer en omkeer en wordt vervolgd door dit dagelijks opnieuw te kiezen.
5. Heb ik het mijzelf niet aangepraat?
"Ik twijfel, omdat mijn kerk en mijn ouders zeggen dat ik geen kind van God kan zijn. Heb ik me het geloof niet ingebeeld? Ben ik wel echt een kind van God of heb ik het mijzelf aangepraat?"
Het ene moment heb je zekerheid en het volgende moment vraag je je af of je je het niet hebt aangepraat. "Is het wel echt? Bij anderen gaat het anders?", "Anderen oordelen over mij en denken dat ik het mis heb en dat het niet echt is", "Wie ben ik om te zeggen dat ik gered ben?".
Om echte zekerheid te krijgen is het belangrijk om alleen naar de onwankelbare Waarheid te gaan. Deze waarheid zal nooit veranderen. Wat jij ook denkt, voelt en wat anderen ook zeggen. Op grond van wat wordt je gered? Alleen op grond van de genade van Christus. En volgens deze zelfde Christus is een ieder gered die vertrouwt dat Zijn bloed genoeg is. Genoeg om je schoon te wassen, genoeg om je te heiligen, genoeg om jou tot Zijn kind te maken, genoeg om jou te redden.
Door zijn genade bent u nu immers gered, dankzij uw geloof. Maar dat dankt u niet aan uzelf; het is een geschenk van God en geen gevolg van uw daden, dus niemand kan zich erop laten voorstaan. - Efeziërs 2:8-9
"Om echte zekerheid te krijgen is het belangrijk om alleen naar de onwankelbare Waarheid te gaan."
6. Ik geloof wel, maar meer niet
"Ik geloof wel dat God bestaat, maar meer niet." "Ik geloof dat ik gered ben, maar ik kan gewoon doorgaan met leven zoals ik voorheen ook deed."
Er zijn veel mensen die geloven in God, zonder dat ze God erkennen als Heer. Er zijn veel mensen die geloven in God, zonder dat ze erdoor verandert worden. We kunnen het geloof zien als vanzelfsprekend, zonder dat het echt leeft en er vruchten uit voortkomen. Jakobus zegt daarover dat de duivelen ook geloven, maar dat je aan zo'n geloof niets hebt. Er moet meer zijn dan een geloof in het 'bestaan van God'. Het moet persoonlijk worden. Wanneer het persoonlijk wordt, zal het invloed hebben op je hele leven: op je identiteit, op je denken en op je doen.
Goede werken zijn geen voorwaarde voor geloof, maar zijn wel een teken van echt, levend geloof. In een relatie keer je je af van wat de ander verdriet doet en doe je wat de ander vreugde brengt. Wanneer je gelooft dat Jezus Redder en Heer is, geef je leven dan aan Hem en doe wat Hij van je vraagt. Niet omdat je anders niet gered zou zijn, maar uit liefde voor Hem. Het hoeft niet vanzelf te gaan, juist daarvoor is er genade. Bid dat God Zijn Geest wilt geven en jou zal vullen met Zijn liefde, Zijn vrede en Zijn blijdschap, zodat je zal overstromen van Hem. Focus je niet op je goede werken, maar op God. Heb lief, omdat Hij eerst lief had (1 Joh 4:19).
Breng dan vruchten voort in overeenstemming met de bekering. - Mattheüs 3:8
Hij heeft Zichzelf voor ons gegeven, opdat Hij ons zou vrijkopen van alle wetteloosheid en voor Zichzelf een eigen volk zou reinigen, ijverig in goede werken. - Titus 2:14
Wat voor nut heeft het, mijn broeders, als iemand zegt dat hij geloof heeft, en hij heeft geen werken? Kan dat geloof hem zalig maken? Als er nu een broeder of zuster zonder kleding zou zijn en gebrek zou hebben aan dagelijks voedsel, en iemand van u zou tegen hen zeggen: Ga heen in vrede, word warm en word verzadigd, en u zou hun niet geven wat het lichaam nodig heeft, wat voor nut heeft dat dan? Zo is ook het geloof als het geen werken heeft, in zichzelf dood. - Jak 2:14-17
"Een geloof zonder werken is een geloof zonder uitwerking, zonder actie, zonder leven; een dood geloof."
7. Ik wil nog niet
"Ik ben nog te druk om te geloven. Ik wil de dingen van de aarde nog niet opgeven om voor Jezus te gaan leven. Ik wil het zelf doen en wil mij nog niet overgeven. Ik ga het liefst mijn eigen weg en vind het prima zonder God."
Geloven vraagt wat van je. Je moet je eigen verlangens aan de kant zetten om Jezus' wil. Het is begrijpelijk dat je hier niet zo veel zin in hebt. Niemand wil dit vanuit zichzelf. Toch is er niets beters dan dit. Je kan je enorm vastklampen aan alles wat je hier hebt en aan alles wat je zelf nog graag wil doen. Maar op een dag is je leven over en is het allemaal niets meer waard. Wie er in dit leven voor kiest om zichzelf in te zetten voor Christus; wie zijn eigen verlangens aan de kant zet en wie de touwtjes niet meer zelf in handen heeft, die zal leven hebben, tot in eeuwigheid.
En toen Hij de menigte met Zijn discipelen bij Zich geroepen had, zei Hij tegen hen: Laat wie achter Mij aan wil komen zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen. Want wie zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar wie zijn leven zal verliezen omwille van Mij en om het Evangelie, die zal het behouden.
- Markus 8:34-35De wereld met haar begeerte gaat voorbij, maar wie Gods wil doet blijft tot in eeuwigheid. - 1 Johannes 2:17
Dit leven lijkt lang, maar is een milliseconde in vergelijking met de eeuwigheid. De heerlijkheid van deze wereld lijkt geweldig, maar is een zwarte vlek naast de schoonheid en heerlijkheid van God. Kijk naar het grote plaatje.
Stop met twijfelen, start met groeien
Er zijn een hoop twijfels die je tegen kunnen houden om naar God te gaan en te geloven. In de Bijbel lezen we ook dat veel mensen twijfelen; je bent dus niet de enige. Johannes de Doper begon tijdens zijn opsluiting te twijfelen wie Jezus eigenlijk was (Matt 11), Gideon begon te twijfelen aan de genade en de hulp van God (Richt 6), Petrus begon te twijfelen aan Gods macht (Matt 14), Thomas twijfelde aan Jezus' opstanding (Joh 20) en ook Mozes twijfelde veel - zelfs na een hoop tekenen (Ex 4). Deze verhalen laten zien dat ook de geloofshelden twijfelden, en dat God een God van geduld is. Toch spoort de Bijbel ons aan om niet in onze twijfel te blijven rusten, maar om verder te gaan. Twijfel weerhoud je van groei. Vraag God om zekerheid en Hij zal het je geven (Jak 1:5). Jezus beantwoord de twijfel van Johannes de Doper door naar Zichzelf te wijzen met woorden uit het boek Jesaja, God beantwoorde de twijfel van Gideon door hem gerust te stellen en hem een teken te geven. Ook Petrus, Thomas en Mozes werden serieus genomen. God redde, bewees en bemoedigde. Maar ook bestrafte Hij de twijfel en moedigde Hij hen aan te geloven zonder te zien, zonder bewijs (Joh 20).
Immers, wie twijfelt, lijkt op een golf van de zee, die door de wind voortgestuwd en op- en neergeworpen wordt. Want zo iemand moet niet denken dat hij iets ontvangen zal van de Heere. Hij is een dubbelhartig man, onstandvastig in al zijn wegen.|
- Jak 1:6 - 8