Worstelend uitzien

06-12-2022

Eerder heb ik al blogs geschreven over mijn chronische ziekte, over het verloop daarvan en over onbeantwoorde vragen die je kan hebben. Elke blog die ik schrijf, bevat wel een persoonlijk element in meerdere of mindere mate en dat geldt zeker voor deze blog. Het is niet een onderwerp waar ik heel trots op ben en ook niet iets wat ik enthousiast deel met mensen om mij heen. Sterker nog, het is eerder iets waar ik mij voor schaam en liever grotendeels voor mezelf houd. Toch deel ik het juist wel, al was het om één iemand te kunnen bemoedigen en te laten zien dat hij of zij niet de enige is en dus niet alleen is met zijn of haar vragen.

Gevoel

Ik dacht het allemaal te weten: wie ik was en wie God was. Ik dacht mijn leven en mijn ziekte onder controle te hebben voor zover dat ging. Om er nu achter te komen dat het allemaal schijn was en ik die controle in de eerste plaats nooit had. Alles wat ik dacht te weten, ben ik kwijt. Ik dacht, maar ik kom bedrogen uit. Simpel gezegd loop ik tegen mezelf aan en tegen God aan. Ik heb het moeilijk met mijn leven zoals het er nu uitziet. Voor het eerst sinds ik twee jaar geleden ziek ben geworden, probeer ik weer te studeren en een normaal leven te leiden. Ik kan het niet helpen om mezelf te vergelijken met studiegenoten, om vervolgens ook hetzelfde van mezelf te verwachten. Ik wil niet ziek zijn. Ik wil het niet, maar ik ben het toch en het is zwaar, heel zwaar. Ik ga 's avonds naar bed met pijn wetende dat diezelfde pijn er 's ochtends ook is als ik wakker word. Het maakt dat ik er 's avonds tegen opzie om in slaap te vallen en dat ik me 's ochtends uit bed moet slepen omdat ik opzie tegen de nieuwe dag. Teleurstelling volgt op teleurstelling. Ik wil zo veel, maar kan zo weinig. Ik kan niet de dingen doen die ik wil doen en hoe ik ze wil doen. Bij alles wat ik wil doen op een dag, moet ik het eerst aanpassen zodat het voor mij fysiek haalbaar is, zodat ik niet daarna twee dagen op bed zal liggen. Ik moet nadenken over elke hap die ik neem en elke stap die ik zet. Op zulke momenten word ik ermee geconfronteerd dat chronisch ziek zijn ook echt chronisch is, voor de rest van mijn leven. Die momenten zijn er de laatste tijd steeds vaker. Het zal niet weggaan. Daar zal ik mee om moeten leren gaan, maar het is heel zwaar, zowel fysiek als mentaal.

Op zulke momenten voelt het alsof het allemaal te veel is voor één persoon. Dan voel ik me eenzaam. Niet alleen, want ik ben omringt door lieve, fantastische, gezellige en zorgzame mensen. Wel eenzaam, omdat ondanks de mensen om mij heen ik voor mijn idee mijn ziekte alleen moet dragen, zowel het fysieke, psychische als geestelijke deel. Eenzaam, omdat de hemel al maanden gesloten lijkt te zijn. Gebeden, zuchten en uitroepen lijken wel af te ketsen en er komt geen antwoord. Daarom loop ik niet alleen tegen mezelf aan, maar ook tegen God. Dat betekent ook dat als ik mijn eigen blogs teruglees dat ik mezelf bijna niet meer herken. Dat vind ik nog bijna het ergste. Het is zo anders geweest. Toen kon ik letterlijk 's nachts zingen in het ziekenhuis, maar dat is nu weg. En dat niet voor een week, maar al voor meerdere maanden. Juist daarom herken ik mij ook in het zuchten van de psalmdichters:

"Hoelang nog, HEERE? Zult U mij voor altijd vergeten? Hoelang zult U Uw aangezicht nog voor mij verbergen? Hoelang zal ik nog plannen maken in mijn ziel, verdriet hebben in mijn hart, dag na dag? Hoelang zal mijn vijand zich nog boven mij verheffen?" - Psalm 13: 2-3, HSV

"Op de dag van mijn benauwdheid zocht ik de Heere, mijn hand was 's nachts uitgestrekt en verslapte niet, mijn ziel weigerde getroost te worden. Dacht ik aan God, dan kermde ik; peinsde ik, dan bezweek mijn geest. Sela. U hield mijn ogen wakend, ik was verontrust en sprak niet. Ik overdacht de dagen vanouds, de jaren van vroegere eeuwen. Ik dacht aan mijn snarenspel, 's nachts peinsde ik in mijn hart, en mijn geest onderzocht: Zou de Heere dan in alle eeuwigheid verstoten en voortaan niet meer goedgezind zijn? Houdt Zijn goedertierenheid voor altijd op? Komt aan Zijn toezegging een einde, van generatie op generatie? Heeft God vergeten genadig te zijn? Of heeft Hij Zijn barmhartigheid door toorn afgesloten? Sela" - Psalm 77: 3-10, HSV 

Het voelt ondankbaar om, juist nu als het beter gaat, er zoveel moeite mee te hebben. Juist op de momenten dat ik niets meer had en niets meer kon, werd ik teruggeworpen op God alleen. Het gaat nu fysiek allemaal wat beter en ik kan al zoveel meer doen dan een half jaar geleden. Maar juist nu ik me in een grijs gebied bevind tussen niets en alles kunnen, is het zo moeilijk om op God te vertrouwen. Er komen vragen boven zoals: Wat is hier de bedoeling van? En: Waarom laat God dit toe? Zelfs als God deze ziekte niet direct geeft en stuurt, dan laat Hij het op z'n minst alsnog toe. Want ik weet ook dat Hij de macht heeft om het te veranderen en mij te genezen (Matt. 8:8b, 19:26). 

"Wat ik voel, verandert niet wie God is. Dat is iets waar ik mezelf constant aan moet herinneren." 

Verstand

En toch... alles wat ik nu voel en ervaar, maakt niet minder waar wat God in Zijn Woord zegt. Tegelijk roept dat vaak weerstand op bij mij, maakt dat me vaak opstandig. Het is een strijd tussen wat ik voel en wat ik weet, al wil ik het niet altijd geloven. Daar ligt dan ook precies het probleem. Ik weet heus wel hoe het zit, maar ik wil dit niet. Ik vind het oneerlijk. Ik vraag me af waar ik het aan verdiend heb. Op die momenten voel ik me bij God als een klein kind die het allemaal zelf wil doen en het beter denkt te weten. Denk ik wat langer na, dan weet ik heel goed dat ik eigenlijk niets verdiend heb en dat eigenlijk alles genade is. Dat alles boven de dood genade is. Wat ik wel wil, is die tastbare en voelbare aanwezigheid van God. Dan is alles goed. Als ik weer met heel mijn verstand en heel mijn hart kan zingen dat ik met mijn God bij wijze van spreken over muren kan springen en door een bende kan dringen. Ik wil weer kunnen zingen dat Gods weg volmaakt is (Ps. 18:30-31). Maar zolang ik niet kan zingen, blijf ik mezelf wel herinneren aan wie God is, aan wat Hij in het verleden al gedaan heeft en belooft om ook in het heden en de toekomst te doen:

"Sion zegt echter: De HEERE heeft mij verlaten, de Heere heeft mij vergeten. Kan een vrouw haar zuigeling vergeten, zich niet ontfermen over het kind van haar schoot? Zelfs al zouden die het vergeten, Ík zal u niet vergeten. Zie, Ik heb u in beide handpalmen gegraveerd, uw muren zijn steeds vóór Mij."- Jesaja 49:14-16, HSV

"Kijk neer uit de hemel en zie uit Uw heilige en luisterrijke woning. Waar zijn Uw na-ijver en Uw machtige daden, Uw innerlijke bewogenheid en Uw barmhartigheid? Ze houden zich jegens mij in. Toch bent U onze Vader, want Abraham weet van ons niet en Israël kent ons niet. U, HEERE, bent onze Vader; onze Verlosser van oude tijden af is Uw Naam." - Jesaja 63:15-16, HSV 

Ik vind het moeilijk om het te geloven, omdat mijn leven het zo tegen lijkt te spreken. Het roept weerstand op en het maakt me opstandig, maar dat maakt het niet minder waar. En totdat ik het weer van harte kan geloven, doe ik dat. Ook al gaat het lijnrecht tegen mijn gevoel in. Wat ik voel, verandert niet wie God is. Dat is iets waar ik mezelf constant aan moet herinneren. Ik ben God nu voor mijn idee dan wel kwijt, tegelijk mag ik weten dat God mij niet kwijt is! Ik zal niet uit Zijn hand vallen. Ik sta in Zijn handpalmen gegraveerd. God zal mij nooit vergeten, zelfs al lijkt het soms anders. Zo hou ik mezelf Gods beloftes voor, waaronder deze uit Jesaja:

"Tot uw ouderdom toe zal Ik Dezelfde zijn, ja, tot uw grijsheid toe zal Ík u dragen; Ík heb het gedaan en Ík zal u opnemen, Ík zal dragen en redden."- Jesaja 46:4, HSV

"Wie is er onder u die de HEERE vreest, die luistert naar de stem van Zijn Knecht? Als hij in duisternissen gaat en geen licht heeft, laat hij dan vertrouwen op de Naam van de HEERE en steunen op zijn God."- Jesaja 50:10, HSV 

"Onze strijd en worstelingen hier wegen niet op tegen de heerlijkheid van de hemel die ons in het vooruitzicht staat."

Toekomstvisie

Ik weet niet wat God met deze periode precies te zeggen heeft of wat hier de bedoeling van is. Wel weet ik dat het een periode is en dat er een einde aan zal komen, of dat nu in dit leven zal zijn of in het leven hierna. Er komt een tijd dat ik God mag zien 'van aangezicht tot aangezicht' (Ex. 33:11a). Dat vind ik zo'n heerlijke uitdrukking! Ik kan zo gericht zijn op mijn leven op aarde en mijn problemen hier en nu. Het leven heeft soms zijn glans verloren. Ik kan zo ontzettend opzien tegen de rest van mijn leven. Op die momenten mag ik nog verder de toekomst inkijken. Dan mag ik voorbij dit leven kijken en mijn hoop vestigen op het leven hierna. Dan mag ik juist daardoor steeds vaker uitzien naar de hemel. Om verlost te zijn van mijn zonden, tranen en pijn. Er zal geen ziekte of rouw meer zijn. Onze tijd hier op aarde is een fractie van de tijd die we door zullen brengen in de hemel. Onze strijd en worstelingen hier wegen niet op tegen de heerlijkheid van de hemel die ons in het vooruitzicht staat. Ik heb geen antwoorden op vragen. Mijn worsteling is nog niet over en die zal ook nooit helemaal over gaan zolang ik hier op aarde leef. Ondanks dat mag ik wel uitzien naar die heerlijke toekomst. Niet zozeer alleen om die reden, ook al is het iets waar ik heel erg naar verlang en uitzie. Vooral om dan voor altijd in Gods aanwezigheid te mogen zijn, want dat is wat de hemel zo mooi maakt. Om nooit meer van Hem gescheiden te hoeven zijn (Rom. 8:38-39). Daar is de Heere Jezus Christus, onze Redder en Zaligmaker. Daar zullen wij oog in oog staan met het Lam van God dat ons zo heeft liefgehad dat Hij Zichzelf heeft opgeofferd zodat wij voor eeuwig kunnen genieten van Zijn aanwezigheid in de hemel.

"Want onze lichte verdrukking, die van korte duur is, brengt in ons een allesovertreffend eeuwig gewicht van heerlijkheid teweeg. Wij houden onze ogen immers niet gericht op de dingen die men ziet, maar op de dingen die men niet ziet; want de dingen die men ziet, zijn tijdelijk, maar de dingen die men niet ziet, zijn eeuwig." - 2 Korinthe 4:17-18, HSV

"En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan." - Openbaring 21:4, HSV 

Verder op reis

Misschien herken je wel iets van wat ik schrijf. Daar hoef je niet ziek voor te zijn. Onder allerlei omstandigheden kunnen zulke vragen bij je boven komen. Ik hoop dat je weet dat je niet alleen bent in je vragen. Als ik één ding duidelijk heb proberen te maken, dan is het dat ik ook iemand ben die worstelt. Dat dit ook gewoon het leven is. Het geloofsleven bestaat niet uit constante hoogtepunten. Sterker nog, zonder dieptepunten zouden er ook geen hoogtepunten zijn. Tegelijk heb ik geprobeerd om je te wijzen op de hemel en het heerlijke vooruitzicht dat wij mogen hebben. Hoe het precies verder moet en verder zal gaan, weten we niet. Tegelijk worden we ook opgeroepen om niet bezorgd te zijn voor de toekomst (Mat. 6:19-34). Elke dag heeft genoeg aan zichzelf en wij hebben genoeg aan elke dag, totdat die grote dag komt dat wij in de hemel mogen komen.


Deze overdenking is geschreven door Liza. Lees hier meer over haar en de andere gezichten achter 'In de Vallei'. Lees hier waar In de Vallei voor staat.

Heb je vragen of opmerkingen naar aanleiding van deze overdenking? Neem dan hier contact met ons op, of benader ons via social media.

Heb je deze al gelezen?